Protocol ongewenst gedrag

Protocol ongewenst gedrag Quadraten: 

 

Op onze scholen moet iedereen zich veilig voelen. Er kunnen zich omstandigheden voordoen door ontoelaatbaar gedrag van een of enkele leerlingen en/of ouders waardoor dit gevoel van veiligheid in gevaar komt. Het beleid rond time-out, schorsen en verwijderen is een instrument om in dergelijke situaties op te kunnen treden.  Het verwijderingsbeleid is een instrument dat in uiterste noodzaak zal worden ingezet bij het zoeken naar een structurele oplossing. Het verwijderingsbeleid kan ook toegepast worden als de school niet aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voldoen. 

 

Time-out 

Time-out: 

Omschrijving; Van time-out is sprake wanneer de leerling één dag of korter het recht op deelname aan het onderwijs wordt ontzegd. Een time-out zal gedurende een schooldag worden opgelegd en gelden voor die desbetreffende schooldag. De leerling wordt de toegang tot de school ontzegd. 

  

Grond voor time-out 
Grond voor een time-out is ontoelaatbaar gedrag of een ernstig incident dat het in het belang van de leerling en/of de school noodzakelijk maakt dat de leerling voor de duur van maximaal één dag niet deelneemt aan de les en niet op school komt. 

  

Toelichting: 
Criteria om over te gaan tot een time-out zijn: 

  • een leerling  vertoont dermate (ontoelaatbaar) gedrag dat medeleerlingen en/of medewerkers zich op school niet meer veilig voelen omdat de leerling fysiek geweld gebruikt, pest, treitert, misbruik maakt van macht, bedreigt, chanteert, discrimineert, of aanwijzingen van leerkrachten en/of schooldirectie negeert; 

  • een leerling  maakt zich schuldig aan vandalisme, vernielt of beschadigt  zaken of vervuilt deze zeer buitensporig. 

  

Procedure voor time-out 

  1. De schooldirecteur kan, na overleg met de team-coördinator Onderwijs, namens het college van bestuur een time-out op te leggen aan een leerling. 

  1. De maximale duur van de time-out bedraagt één dag. 

  1. De ouders worden zo spoedig mogelijk van het opleggen van de time-out en een onderbouwde  grond daarvoor in kennis gesteld. De ouders dienen zo spoedig mogelijk nadien de zorg voor hun kind van de school over te nemen. Zolang de zorg over de leerling niet aan de ouders kan worden overgedragen, moet de school maatregelen nemen om passende zorg voor de leerling buiten de klas of buiten de school te realiseren. De school stelt de leerling, door het opgeven van huiswerk, in staat te voorkomen dat deze een achterstand oploopt. 

  1. De schooldirecteur of het bestuur deelt het toepassen van de time-out en de grond daarvoor vervolgens schriftelijk aan de ouders mee. De brief wordt aangetekend met bericht van ontvangst en per gewone post verzonden en opgeborgen in het leerlingendossier. 

  1. Het college van bestuur ontvangt van de schooldirecteur een afschrift van het schriftelijk besluit tot de time-out en de grond daarvoor. 

  1. De ouders worden door de schooldirecteur uitgenodigd voor een gesprek, dat op korte termijn dient plaats te vinden (bij voorkeur dezelfde dag). Hierbij zijn de leerkracht, de schooldirecteur en zo mogelijk een medewerker van Team Onderwijs aanwezig. Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt, dat ‘voor gezien’ getekend wordt door de ouders en in het leerlingendossier wordt opgeborgen. 

 

Schorsen 

Schorsing 

Omschrijving; Van schorsing van een leerling is sprake wanneer de leerling tijdelijk – maximaal 1 week- het recht op deelname aan het onderwijs wordt ontzegd. Wanneer de ontzegging van de deelname aan het onderwijs maximaal één dag omvat, betreft het geen schorsing maar een time-out. 
Schorsing is een maatregel die wordt ingezet als pedagogische handelingen (bijvoorbeeld uit de klas verwijderen) niet voldoende zijn. Schorsing is aan de orde, wanneer de school bij ernstig wangedrag onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. 

  

Gronden voor schorsing 

  1. Ernstig wangedrag van de leerling, waardoor de leerling een ernstige bedreiging vormt van de orde, rust en/of veiligheid op school. 

  1. Een andere grond die het in het belang van de school en/of de school dringend noodzakelijk maakt dat de leerling tijdelijk niet deelneemt aan de les of niet op school komt. 

Toelichting: 

Ad 1. Hierbij kunt u denken, maar niet uitsluitend, aan herhaalde driftbuien of mishandeling van een medeleerling. Het kan hier gaan om een enkele actie, maar ook om een herhaalde actie of om een gedragspatroon. 

Ad 2. Andere gronden kunnen zijn: bezit van wapens of vuurwerk. herhaalde les-/ordeverstoring, wangedrag tegenover leer­krachten en/of medeleerlingen, diefstal, beroving, afpersing, bedreiging, geweldpleging. 

  

Procedure voor schorsing 

  1. De schooldirecteur kan, na overleg met de team-coördinator Onderwijs een leerling schorsen namens het college van bestuur. 

  1. Een leerling kan op grond van artikel 40c lid 1 WPO en artikel 40a lid 1 WEC voor langer dan 1 dag, doch maximaal een week met opgave van redenen geschorst worden. 

  1. De schorsing vindt pas plaats nadat de schooldirecteur overleg heeft gehad met de leerling, de ouders en de groepsleerkracht, tenzij het in het belang van de school en/of de leerling noodzakelijk is om de schorsing met onmiddellijke ingang te laten ingaan. In dat geval heeft het in de eerste zin genoemde overleg alsnog zo spoedig mogelijk plaats. 

  1. De schooldirecteur deelt het besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee, waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken bij het college van bestuur schriftelijk bezwaar te maken tegen het besluit. De brief wordt aangetekend met bericht van ontvangst en per gewone post (of per mail) verzonden. 

  1. In het besluit worden de redenen voor schorsing, de aanvang en de tijdsduur daarvan vermeld en eventuele andere genomen maatregelen. De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het opgeven van huiswerk, te voorkomen dat deze een achterstand oploopt. 

  1. Het college van bestuur ontvangt van de schooldirecteur een afschrift van de brief waarin het besluit tot de schorsing aan de ouders is meegedeeld. 

  1. De Inspectie van het Onderwijs ontvangt een afschrift van de desbetreffende brief. Hierdoor wordt voldaan aan artikel 40c lid 3 WPO en artikel 40a lid 3 WEC. 

  1. Indien ouders bezwaar maken hoort het bestuur hen over dit bezwaarschrift. 

  1. Het bestuur neemt binnen 5 dagen na ontvangst van het bezwaarschrift een besluit. Dit besluit wordt zowel per gewone post (of per mail) als aangetekend met bericht van ontvangst aan de ouders verzonden. 

 

Verwijderen 

Verwijdering 

Omschrijving; Van verwijdering van een leerling is sprake wanneer het college van bestuur besluit een leerling de verdere toegang tot de school te ontzeggen. 

Het verwijderingsbeleid van Quadraten is erop gericht dat de scholen consistent kunnen werken aan de kwaliteit van het onderwijs en veiligheid voor alle leerlingen. Slechts indien er sprake is van een zwaarwichtige, voor de orde van de school, het onderwijsproces, de kwaliteit van het onderwijs en gevoelens van veiligheid ontwrichtende omstandigheid, die na pogingen tot verbetering van structurele aard blijkt te zijn, kan tot verwijdering van een leerling worden overgegaan,  Verwijdering kan ook plaatsvinden als de school handelingsverlegen is en niet aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voldoen. Voorwaarde voor verwijdering is dat een andere school bereid is de leerling in te schrijven. 

  

Gronden voor verwijdering 

  1. Ernstig wangedrag van de leerling, waardoor de leerling een ernstige bedreiging vormt van de orde, rust en/of veiligheid op school. 

  1. Ernstig wangedrag van de ouder(s) van de leerling, waardoor de ouders een ernstige bedreiging vormen voor de orde, rust en/of veiligheid op school. 

  1. Een onherstelbaar verstoorde relatie tussen school en leerling. 

  1. Het niet in voldoende mate tegemoet kunnen komen aan de hulpvraag die de leerling stelt. 

Toelichting: 

Ad 1. Te denken valt bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, aan herhaalde driftbuien of mishandeling van een medeleerling. Het kan hier gaan om een enkele actie, maar ook om een herhaalde actie of om een gedragspatroon. 

Ad 2. Te denken valt bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, aan bedreiging van medeleerling of een medewerker van de school. 

  

Het bestuur zal dienen te onderzoeken of de leerling, in het belang van de leerling en de onbelemmerde voortgang van het onderwijs, nog langer op de school te handhaven is. Daarbij is een rapport van een onafhankelijke deskundige noodzakelijk. 

  

De beslissing over te gaan tot verwijdering van leerlingen wordt genomen door het college van bestuur. Voordat tot verwijdering kan worden overgegaan, anders dan in het geval van een acute probleemsituatie, dient er een dossier te zijn opgebouwd, waaruit blijkt dat deze maatregel noodzakelijk is. De schooldirecteur is verantwoordelijk voor het opbouwen van het dossier. Hierin wordt opgenomen: een omschrijving van het ontoelaatbare gedrag, de maatregelen die de school heeft genomen om dit te voorkomen/op te lossen en om eventueel herhaling te voorkomen. In het dossier bevindt zich ook een afschrift van de schriftelijke waarschuwing van de school aan de ouders van de leerling. Tevens bewaart de school hierin alle afschriften van de relevante correspondentie. 

  

Is er sprake van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte, dan kan de school het samenwerkingsverband verzoeken om de leerling toelaatbaar te verklaren tot een school voor speciaal basisonderwijs of voor een school voor speciaal onderwijs. De school dient hiervoor een aanvraag in te dienen bij het samenwerkingsverband. De school moet dan eerst de ondersteuningsbehoefte van de leerling goed in kaart hebben gebracht en een OPP (ontwikkelingsperspectief) hebben opgesteld in overleg met de ouders. Ouders hebben instemming op het handelingsdeel van het OPP, de wijze waarop de school invulling geeft aan de begeleiding van de leerling wat buiten de basisondersteuning valt. Het schoolondersteuningsprofiel is hierbij leidend.  

  

Procedure voor verwijdering 
Verwijdering van een leerling is een maatregel die het college van bestuur slechts in het uiterste geval en pas na  zeer zorgvuldige afweging mag nemen. Bij de beslissing tot verwijdering moet volgens de wettelijk vastgestelde procedures worden gewerkt: 

  1. De schooldirecteur overlegt, na overleg met de team-coördinator Onderwijs, met het college van bestuur over de noodzaak tot verwijdering. Het leerlingendossier is de basis van het gesprek, evenals de stappen die al zijn ondernomen om een passende plek te vinden voor deze leerling. 

  1. In het geval door het college van bestuur wordt overgegaan tot een voornemen tot verwijdering wegens handelingsverlegenheid in geval van niet kunnen voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling, dient er een volledig ontwikkelingsperspectief (OPP) in het leerlingdossier (inclusief gespreksverslagen met de ouders) aanwezig te zijn waarmee daadwerkelijk is gewerkt. De handelingsverlegenheid dient namelijk onder meer te blijken uit dit OPP. Alleen in het geval dat een OPP niet kan worden opgesteld doordat de ouders hun medewerking niet geven, kan uiteindelijk worden volstaan met een eenzijdig OPP waarvan de uitvoering door dit gebrek aan medewerking stokt. 

  1. Het college van bestuur deelt de ouders schriftelijk het voornemen tot verwijdering van de leerling mee met opgaaf van redenen en noodzaak; de ouders worden daarbij tevens uitgenodigd om hun zienswijze te laten horen. 

  1. De leerplichtambtenaar en de Inspectie van het Onderwijs ontvangen een afschrift van de desbetreffende brief. 

  1. De schooldirecteur meldt de voorgenomen verwijdering per mail aan de aan de school verbonden adviseur van het samenwerkingsverband en gaat in overleg met ouders, Team Onderwijs en het samenwerkingsverband op zoek naar een passende plek voor deze leerling. 

  1. Het college van bestuur hoort vervolgens de ouders en de betrokken groepsleerkracht, nadat het desbetreffende dossier doorgenomen is met de schooldirecteur en de betrokken medewerker van Team Onderwijs. Indien het voornemen bestaat om de leerling gedurende de looptijd van de besluitvorming en het zoeken naar een andere school voor maximaal een week te schorsen, worden de ouders ook over dit voornemen gehoord. 

  1. Het college van bestuur neemt een definitief besluit tot verwijdering pas als een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder “andere school” kan ook worden verstaan een school voor speciaal basis onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. 

  1. De ouders ontvangen van het college van bestuur schriftelijk een gemotiveerd besluit tot verwijdering, waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om binnen 6 weken schriftelijk bezwaar te maken tegen het besluit bij het college van bestuur. De brief wordt zowel aangetekend met bericht van ontvangst als per gewone post verzonden. 

  1. Ouders kunnen daarnaast ook binnen 6 weken beroep aantekenen bij de landelijke Geschillencommissie Passend Onderwijs. Meer informatie kunt u daarover vinden op de website. 

  1. Het college van bestuur meldt het besluit tot verwijdering uiterlijk binnen 7 dagen aan de leerplichtambtenaar. De Inspectie van het Onderwijs ontvangen een afschrift van de desbetreffende brief met betrekking tot het definitieve besluit tot verwijdering. 

  1. Indien de ouders schriftelijk bezwaar maken hoort het college van bestuur hen over dit bezwaarschrift. 

  1. Het bestuur neemt binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift een besluit. Dit besluit wordt zowel per gewone post als aangetekend met bericht van ontvangst aan de ouders verzonden. 

Dossiervorming 

De schooldirecteur is verantwoordelijk voor het bijhouden van het dossier, waarin wordt opgenomen welke problemen zijn opgetreden, wat de school eraan gedaan heeft om deze op te lossen en om de verwijdering van de leerling te voorkomen. In het dossier bevindt zich - behoudens in het geval het daarmee beoogde doel daarmee niet (meer) bereikt kan worden - een afschrift van de schriftelijke waarschuwing van de school aan de (ouders van de) leerling waarbij gewezen wordt op mogelijke verwijdering als de aan de verwijdering ten grondslag liggende grond aanhoudt. Ook heeft de school afschriften van alle brieven die zijn aangegeven bij de procedure voor verwijdering. 

Protocol ongewenst gedrag Quadraten: 

 

Op onze scholen moet iedereen zich veilig voelen. Er kunnen zich omstandigheden voordoen door ontoelaatbaar gedrag van een of enkele leerlingen en/of ouders waardoor dit gevoel van veiligheid in gevaar komt. Het beleid rond time-out, schorsen en verwijderen is een instrument om in dergelijke situaties op te kunnen treden.  Het verwijderingsbeleid is een instrument dat in uiterste noodzaak zal worden ingezet bij het zoeken naar een structurele oplossing. Het verwijderingsbeleid kan ook toegepast worden als de school niet aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voldoen. 

 

Time-out 

Time-out: 

Omschrijving; Van time-out is sprake wanneer de leerling één dag of korter het recht op deelname aan het onderwijs wordt ontzegd. Een time-out zal gedurende een schooldag worden opgelegd en gelden voor die desbetreffende schooldag. De leerling wordt de toegang tot de school ontzegd. 

  

Grond voor time-out 
Grond voor een time-out is ontoelaatbaar gedrag of een ernstig incident dat het in het belang van de leerling en/of de school noodzakelijk maakt dat de leerling voor de duur van maximaal één dag niet deelneemt aan de les en niet op school komt. 

  

Toelichting: 
Criteria om over te gaan tot een time-out zijn: 

  • een leerling  vertoont dermate (ontoelaatbaar) gedrag dat medeleerlingen en/of medewerkers zich op school niet meer veilig voelen omdat de leerling fysiek geweld gebruikt, pest, treitert, misbruik maakt van macht, bedreigt, chanteert, discrimineert, of aanwijzingen van leerkrachten en/of schooldirectie negeert; 

  • een leerling  maakt zich schuldig aan vandalisme, vernielt of beschadigt  zaken of vervuilt deze zeer buitensporig. 

  

Procedure voor time-out 

  1. De schooldirecteur kan, na overleg met de team-coördinator Onderwijs, namens het college van bestuur een time-out op te leggen aan een leerling. 

  1. De maximale duur van de time-out bedraagt één dag. 

  1. De ouders worden zo spoedig mogelijk van het opleggen van de time-out en een onderbouwde  grond daarvoor in kennis gesteld. De ouders dienen zo spoedig mogelijk nadien de zorg voor hun kind van de school over te nemen. Zolang de zorg over de leerling niet aan de ouders kan worden overgedragen, moet de school maatregelen nemen om passende zorg voor de leerling buiten de klas of buiten de school te realiseren. De school stelt de leerling, door het opgeven van huiswerk, in staat te voorkomen dat deze een achterstand oploopt. 

  1. De schooldirecteur of het bestuur deelt het toepassen van de time-out en de grond daarvoor vervolgens schriftelijk aan de ouders mee. De brief wordt aangetekend met bericht van ontvangst en per gewone post verzonden en opgeborgen in het leerlingendossier. 

  1. Het college van bestuur ontvangt van de schooldirecteur een afschrift van het schriftelijk besluit tot de time-out en de grond daarvoor. 

  1. De ouders worden door de schooldirecteur uitgenodigd voor een gesprek, dat op korte termijn dient plaats te vinden (bij voorkeur dezelfde dag). Hierbij zijn de leerkracht, de schooldirecteur en zo mogelijk een medewerker van Team Onderwijs aanwezig. Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt, dat ‘voor gezien’ getekend wordt door de ouders en in het leerlingendossier wordt opgeborgen. 

 

Schorsen 

Schorsing 

Omschrijving; Van schorsing van een leerling is sprake wanneer de leerling tijdelijk – maximaal 1 week- het recht op deelname aan het onderwijs wordt ontzegd. Wanneer de ontzegging van de deelname aan het onderwijs maximaal één dag omvat, betreft het geen schorsing maar een time-out. 
Schorsing is een maatregel die wordt ingezet als pedagogische handelingen (bijvoorbeeld uit de klas verwijderen) niet voldoende zijn. Schorsing is aan de orde, wanneer de school bij ernstig wangedrag onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. 

  

Gronden voor schorsing 

  1. Ernstig wangedrag van de leerling, waardoor de leerling een ernstige bedreiging vormt van de orde, rust en/of veiligheid op school. 

  1. Een andere grond die het in het belang van de school en/of de school dringend noodzakelijk maakt dat de leerling tijdelijk niet deelneemt aan de les of niet op school komt. 

Toelichting: 

Ad 1. Hierbij kunt u denken, maar niet uitsluitend, aan herhaalde driftbuien of mishandeling van een medeleerling. Het kan hier gaan om een enkele actie, maar ook om een herhaalde actie of om een gedragspatroon. 

Ad 2. Andere gronden kunnen zijn: bezit van wapens of vuurwerk. herhaalde les-/ordeverstoring, wangedrag tegenover leer­krachten en/of medeleerlingen, diefstal, beroving, afpersing, bedreiging, geweldpleging. 

  

Procedure voor schorsing 

  1. De schooldirecteur kan, na overleg met de team-coördinator Onderwijs een leerling schorsen namens het college van bestuur. 

  1. Een leerling kan op grond van artikel 40c lid 1 WPO en artikel 40a lid 1 WEC voor langer dan 1 dag, doch maximaal een week met opgave van redenen geschorst worden. 

  1. De schorsing vindt pas plaats nadat de schooldirecteur overleg heeft gehad met de leerling, de ouders en de groepsleerkracht, tenzij het in het belang van de school en/of de leerling noodzakelijk is om de schorsing met onmiddellijke ingang te laten ingaan. In dat geval heeft het in de eerste zin genoemde overleg alsnog zo spoedig mogelijk plaats. 

  1. De schooldirecteur deelt het besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee, waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken bij het college van bestuur schriftelijk bezwaar te maken tegen het besluit. De brief wordt aangetekend met bericht van ontvangst en per gewone post (of per mail) verzonden. 

  1. In het besluit worden de redenen voor schorsing, de aanvang en de tijdsduur daarvan vermeld en eventuele andere genomen maatregelen. De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het opgeven van huiswerk, te voorkomen dat deze een achterstand oploopt. 

  1. Het college van bestuur ontvangt van de schooldirecteur een afschrift van de brief waarin het besluit tot de schorsing aan de ouders is meegedeeld. 

  1. De Inspectie van het Onderwijs ontvangt een afschrift van de desbetreffende brief. Hierdoor wordt voldaan aan artikel 40c lid 3 WPO en artikel 40a lid 3 WEC. 

  1. Indien ouders bezwaar maken hoort het bestuur hen over dit bezwaarschrift. 

  1. Het bestuur neemt binnen 5 dagen na ontvangst van het bezwaarschrift een besluit. Dit besluit wordt zowel per gewone post (of per mail) als aangetekend met bericht van ontvangst aan de ouders verzonden. 

 

Verwijderen 

Verwijdering 

Omschrijving; Van verwijdering van een leerling is sprake wanneer het college van bestuur besluit een leerling de verdere toegang tot de school te ontzeggen. 

Het verwijderingsbeleid van Quadraten is erop gericht dat de scholen consistent kunnen werken aan de kwaliteit van het onderwijs en veiligheid voor alle leerlingen. Slechts indien er sprake is van een zwaarwichtige, voor de orde van de school, het onderwijsproces, de kwaliteit van het onderwijs en gevoelens van veiligheid ontwrichtende omstandigheid, die na pogingen tot verbetering van structurele aard blijkt te zijn, kan tot verwijdering van een leerling worden overgegaan,  Verwijdering kan ook plaatsvinden als de school handelingsverlegen is en niet aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voldoen. Voorwaarde voor verwijdering is dat een andere school bereid is de leerling in te schrijven. 

  

Gronden voor verwijdering 

  1. Ernstig wangedrag van de leerling, waardoor de leerling een ernstige bedreiging vormt van de orde, rust en/of veiligheid op school. 

  1. Ernstig wangedrag van de ouder(s) van de leerling, waardoor de ouders een ernstige bedreiging vormen voor de orde, rust en/of veiligheid op school. 

  1. Een onherstelbaar verstoorde relatie tussen school en leerling. 

  1. Het niet in voldoende mate tegemoet kunnen komen aan de hulpvraag die de leerling stelt. 

Toelichting: 

Ad 1. Te denken valt bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, aan herhaalde driftbuien of mishandeling van een medeleerling. Het kan hier gaan om een enkele actie, maar ook om een herhaalde actie of om een gedragspatroon. 

Ad 2. Te denken valt bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, aan bedreiging van medeleerling of een medewerker van de school. 

  

Het bestuur zal dienen te onderzoeken of de leerling, in het belang van de leerling en de onbelemmerde voortgang van het onderwijs, nog langer op de school te handhaven is. Daarbij is een rapport van een onafhankelijke deskundige noodzakelijk. 

  

De beslissing over te gaan tot verwijdering van leerlingen wordt genomen door het college van bestuur. Voordat tot verwijdering kan worden overgegaan, anders dan in het geval van een acute probleemsituatie, dient er een dossier te zijn opgebouwd, waaruit blijkt dat deze maatregel noodzakelijk is. De schooldirecteur is verantwoordelijk voor het opbouwen van het dossier. Hierin wordt opgenomen: een omschrijving van het ontoelaatbare gedrag, de maatregelen die de school heeft genomen om dit te voorkomen/op te lossen en om eventueel herhaling te voorkomen. In het dossier bevindt zich ook een afschrift van de schriftelijke waarschuwing van de school aan de ouders van de leerling. Tevens bewaart de school hierin alle afschriften van de relevante correspondentie. 

  

Is er sprake van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte, dan kan de school het samenwerkingsverband verzoeken om de leerling toelaatbaar te verklaren tot een school voor speciaal basisonderwijs of voor een school voor speciaal onderwijs. De school dient hiervoor een aanvraag in te dienen bij het samenwerkingsverband. De school moet dan eerst de ondersteuningsbehoefte van de leerling goed in kaart hebben gebracht en een OPP (ontwikkelingsperspectief) hebben opgesteld in overleg met de ouders. Ouders hebben instemming op het handelingsdeel van het OPP, de wijze waarop de school invulling geeft aan de begeleiding van de leerling wat buiten de basisondersteuning valt. Het schoolondersteuningsprofiel is hierbij leidend.  

  

Procedure voor verwijdering 
Verwijdering van een leerling is een maatregel die het college van bestuur slechts in het uiterste geval en pas na  zeer zorgvuldige afweging mag nemen. Bij de beslissing tot verwijdering moet volgens de wettelijk vastgestelde procedures worden gewerkt: 

  1. De schooldirecteur overlegt, na overleg met de team-coördinator Onderwijs, met het college van bestuur over de noodzaak tot verwijdering. Het leerlingendossier is de basis van het gesprek, evenals de stappen die al zijn ondernomen om een passende plek te vinden voor deze leerling. 

  1. In het geval door het college van bestuur wordt overgegaan tot een voornemen tot verwijdering wegens handelingsverlegenheid in geval van niet kunnen voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling, dient er een volledig ontwikkelingsperspectief (OPP) in het leerlingdossier (inclusief gespreksverslagen met de ouders) aanwezig te zijn waarmee daadwerkelijk is gewerkt. De handelingsverlegenheid dient namelijk onder meer te blijken uit dit OPP. Alleen in het geval dat een OPP niet kan worden opgesteld doordat de ouders hun medewerking niet geven, kan uiteindelijk worden volstaan met een eenzijdig OPP waarvan de uitvoering door dit gebrek aan medewerking stokt. 

  1. Het college van bestuur deelt de ouders schriftelijk het voornemen tot verwijdering van de leerling mee met opgaaf van redenen en noodzaak; de ouders worden daarbij tevens uitgenodigd om hun zienswijze te laten horen. 

  1. De leerplichtambtenaar en de Inspectie van het Onderwijs ontvangen een afschrift van de desbetreffende brief. 

  1. De schooldirecteur meldt de voorgenomen verwijdering per mail aan de aan de school verbonden adviseur van het samenwerkingsverband en gaat in overleg met ouders, Team Onderwijs en het samenwerkingsverband op zoek naar een passende plek voor deze leerling. 

  1. Het college van bestuur hoort vervolgens de ouders en de betrokken groepsleerkracht, nadat het desbetreffende dossier doorgenomen is met de schooldirecteur en de betrokken medewerker van Team Onderwijs. Indien het voornemen bestaat om de leerling gedurende de looptijd van de besluitvorming en het zoeken naar een andere school voor maximaal een week te schorsen, worden de ouders ook over dit voornemen gehoord. 

  1. Het college van bestuur neemt een definitief besluit tot verwijdering pas als een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder “andere school” kan ook worden verstaan een school voor speciaal basis onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. 

  1. De ouders ontvangen van het college van bestuur schriftelijk een gemotiveerd besluit tot verwijdering, waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om binnen 6 weken schriftelijk bezwaar te maken tegen het besluit bij het college van bestuur. De brief wordt zowel aangetekend met bericht van ontvangst als per gewone post verzonden. 

  1. Ouders kunnen daarnaast ook binnen 6 weken beroep aantekenen bij de landelijke Geschillencommissie Passend Onderwijs. Meer informatie kunt u daarover vinden op de website. 

  1. Het college van bestuur meldt het besluit tot verwijdering uiterlijk binnen 7 dagen aan de leerplichtambtenaar. De Inspectie van het Onderwijs ontvangen een afschrift van de desbetreffende brief met betrekking tot het definitieve besluit tot verwijdering. 

  1. Indien de ouders schriftelijk bezwaar maken hoort het college van bestuur hen over dit bezwaarschrift. 

  1. Het bestuur neemt binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift een besluit. Dit besluit wordt zowel per gewone post als aangetekend met bericht van ontvangst aan de ouders verzonden. 

Dossiervorming 

De schooldirecteur is verantwoordelijk voor het bijhouden van het dossier, waarin wordt opgenomen welke problemen zijn opgetreden, wat de school eraan gedaan heeft om deze op te lossen en om de verwijdering van de leerling te voorkomen. In het dossier bevindt zich - behoudens in het geval het daarmee beoogde doel daarmee niet (meer) bereikt kan worden - een afschrift van de schriftelijke waarschuwing van de school aan de (ouders van de) leerling waarbij gewezen wordt op mogelijke verwijdering als de aan de verwijdering ten grondslag liggende grond aanhoudt. Ook heeft de school afschriften van alle brieven die zijn aangegeven bij de procedure voor verwijdering.